Onbehagen

Onbehagen aflevering 4 (Bas Heijne) door op in Lees Voer

Ik heb vannacht gekeken naar Onbehagen. In deze vierdelige serie van Human en VPRO onderzoekt schrijver Bas Heijne waarom de idealen vrijheid, gelijkheid en broederschap steeds meer onder druk komen te staan. Mijn beeld van de huidige maatschappij is niet overwegend positief, en er over schrijven vind ik erg moeilijk. Het word al snel een wezenloze klacht of scheldpartij. Ik ben wel beschouwend, maar mis het talent en de kennis om er een samenhangend en deugdelijk verhaal van te maken. En er gebeuren wel degelijk positieve dingen, en er zijn wel degelijk mensen van goede wil. Integriteit en solidariteit vind ik de belangrijkste waarden van een mens en steeds zie ik daarvan voorbeelden die mijn donkere en negatieve kant verlichten, en mijn onbehagen verzachten.

Daarom hieronder de tekst van aflevering 4, Broederschap, eerst bekeken, daarna beluisterd en opgeschreven. Net als 35 jaar geleden met een cassetterecorder steeds op pause drukken en de songtekstregel opschrijven. De laatste jaren kom ik wel steeds voor verrassingen te staan, wanneer de meestal Engelse woorden van de lyrics, nu gratis en ogenblikkelijk zichtbaar door de LyricWiki plugin in mijn speler (Audacious), helemaal anders zijn dan ik al die tijd gedacht had en luidkeels meegezongen heb. Maar deze tekst was wel duidelijk, zeker met ondertiteling. In de documentaire zitten ook veel stukken van interviews, die ik niet heb opgeschreven. Kijk vooral, het is beangstigend en ook hoopgevend. Maar ik wilde de tekst zien, en laten bezinken. Ik kan er zeker een hoop van leren. Er iets aan doen via dit blog. En ik vind het een schitterend stuk. Dus hierbij.

 

Broederschap uit Onbehagen door Bas Heijne.

Mijn gevoel van onbehagen. De wereld waarin ik ben opgegroeid is dramatisch veranderd. Vrijheid, gelijkheid en broederschap. Overal staan de idealen van de verlichting onder druk. Wat is er gebeurd? En waar gaat dat naar toe? Ik lees, ik kijk en ga op reis. Ik ontmoet schrijvers, wetenschappers en denkers. Op zoek naar antwoorden.

Uit mijn kinderjaren herinner ik mij beelden van onuitwisbare verschrikking. Dit is het hart der duisternis. Zulke gruwelijkheden zouden onvoorstelbaar moeten zijn. Dieper kan een mens niet zinken. Voortaan zouden we alles op alles zetten, om die barbaarsheid voorgoed uit te bannen. De opdracht was: nooit weer! Die opdracht lijkt nu vervlogen. Het moreel appel dat er van uit ging is zelf geschiedenis geworden. Ook bij mijzelf zijn die gruwelbeelden allang vervaagd. Ze zijn verdrongen door nieuwe beelden van wreedheid. Dit keer in kleur. Ze zijn niet als waarschuwing bedoeld. Integendeel, ze zwelgen in bloeddorst en geweld. Ieder uur van de dag, kan ik op mijn laptop en smartphone zien waartoe mensen in staat zijn. Ik zie aanslagen, moordpartijen, maar ook straatgeweld, intimidatie, scheldpartijen. Juist omdat de context vaak ontbreekt, worden die beelden algemeen. Ze onthullen het beest in de mens. Kijk maar, lijken ze te zeggen. Dit is de mens, dit is onze natuur. Wen er maar aan.

In mijn jeugd werd een gestage uitbreiding van empathie verwacht. De bedoeling was dat ik me verbonden zou gaan voelen met mensen die anders waren dan ik, en zelfs met mensen die ik niet kende. Tegelijkertijd werd van mij een voortdurende alertheid gevraagd voor de terugkeer van fascisme en Jodenhaat. De incidenten en schandalen in die jaren gingen ook bijna altijd daarover. Het was een open zenuw. Alles wat neigde naar nationalisme en racisme veroorzaakte morele paniek. Iedereen was vastbesloten voortaan aan de goede kant van de geschiedenis te staan. Eigen volk eerst, nationalisme, de superioriteit van de eigen cultuur. Al die akelige denkbeelden hadden we voorgoed achter ons gelaten. Gezocht werd een nieuwe vorm van gemeenschap, die niet destruktief was, geen zondebok zocht, en die het beste in de mens aansprak.

Wie voor een verenigd Europa was, was meteen ook drager van het ideaal van broederschap. Een verenigd Europa stond voor een vredelievende gemeenschap. Maar misschien was het wel een onmogelijke opdracht. Kan je wel een hechte gemeenschap vormen, zonder een vijand beeld? Zonder een wij of een zij? Wij en Zij. Voor veel mensen is Europa nu die 'Zij' geworden. De bureaucraten in Brussel die erop uit zouden zijn de lokale gemeenschap te vernietigen. Steeds meer lidstaten zien de EU niet langer als een uitgebreide vorm van gemeenschap maar juist als een bedreiging voor de eigen samenleving. Het oude ideaal van samenwerking wordt ervaren als verlies van zeggenschap.

Mensen staan wereldwijd met elkaar in verbinding, dankzij nieuwe technologie. maar je kan niet zeggen dat het gevoel van broederschap groter is geworden. We zijn dus gemakkelijk te verleiden tot agressie en geweld. Verbondenheid met mensen met wie ik me niet verwant voel, vereist een enorme inspanning. Omdat het me niet van nature is gegeven. Behulpzaam zijn is niet zo moeilijk. Maar als ik zie dat een onbekende onrecht wordt aangedaan, ben ik dan bereid voor hem op te komen? En waar komt het dan op aan? Op emotionele betrokkenheid, empathie?

Dierenleed, straatgeweld, verhalen over mensen die het moeilijk hebben. Geraakt worden we vooral door wat heftig en dichtbij lijkt. Dat maakt strijdlustig omdat het tegen ons gevoel van rechtvaardigheid ingaat. Abstracte idealen zoals broederschap en vrijheid steken daar bleekjes bij af. En zeker ook als zulke idealen plichtmatig worden uitgedragen, door bureaucraten en politici. Als degene die de boodschap verkondigen er al niet in geloven, waarom zou ik dat dan wel doen? Oproepen tot begrip en tolerantie klinken zo hopeloos ineffectief of naïef.

Ook ik voel weinig bij abstracties, die de gedachte van broederschap bij mij moeten stimuleren. Daarbij ben ik net zo emotioneel, net zo snel geprikkeld door foto's, filmpjes, berichten als wie dan ook. Ik mag dan een instinctieve afkeer hebben van die bloederige foto's in mijn tijdlijn, ook ik ben wel degelijk door geweld gefascineerd. De gruwelen van IS zijn voor mij ineens vermaak, wanneer ze veilig op afstand, verbeeld worden in series als Game Of Thrones. Lang stelde ik mezelf gerust met de gedachte dat verbeelding een uitlaatklep was voor agressie en geweld, zodat een mens daarna in zijn dagelijkse leven gewoon weer een oppassende burger kon zijn. Dat geloof ik niet langer. De knop van onze agressie en woede wordt steeds vaker, en steeds gemakkelijker ingedrukt.

Verbeelding en werkelijkheid zijn ook steeds minder goed van elkaar te onderscheiden. We worden constant geprikkeld door heftige beelden. Het wordt steeds gemakkelijker ons emotioneel te manipuleren. Een mens heeft zowel liefdevol altruisme, als beestachtige wreedheid in zich. Het hangt af van welke knoppen er bij hem worden ingedrukt.

Hate is stronger than love. Politici hebben deze boodschap heel goed opgepikt. Als je mensen in beweging wil krijgen, kun je beter inspelen op het wij-zij gevoel, dan voor verbroedering te pleiten. Overal spreken politici in termen van opstand en oorlog. De beelden die ik dagelijks binnenkrijg, van misdaad, intimidatie en geweld, laten zich niet bestrijden met zalvende dooddoeners over wederzijds begrip en verdraagzaamheid. Ze roepen het verlangen op naar iemand die korte metten maakt, een straatvechter, een crime fighter. En zo onstaat op veel plekken in wereld de behoefte aan een figuur die we in onze democratische, verlichte wereld, ver achter ons gelaten hadden: de sterke man.

De sterke man moet het juist niet hebben van abstracte principes en universele waarden. Politieke etiquette lapt hij aan zijn laars. Hij belooft de dingen aan te pakken. Het enige wat wij moeten doen, is hem volgen. Zonder protest. Zorgvuldig cultiveert hij gevoelens die boosheid en agressie oproepen. Hij speelt in op onze gevoelens van miskenning, gekrenkte trots en ons onbehagen. Het is altijd crisis in de samenleving en er is er maar een die ons kan redden. De sterke man vult het gat tussen verheven principes en de weerbarstige realiteit. Hij appeleert aan gevoelens van trots, heldhaftigheid en eer. Waarden die heilig zijn. Waarvoor het waard is te sterven.

Verbazingwekkend hoe snel mensen bereid zijn, zich bij inperking van hun vrijheden neer te leggen. En hoe gemakkelijk ze zijn over te halen de intimidatie en mishandelingen van het regime goed te praten. Door dat nieuwe romantische verlangen naar strijd en glorie, lijkt het oude ideaal van broederschap verder weg dan ooit. En het verhaal van Europa steekt er schraal bij af. Geen wonder dat steeds meer mensen terugkeren tot kleinere kringen van echt gevoelde verwantschap.

Dat tribale instinct, dat mij laat voelen met mensen die op mij lijken, is dat geen natuurlijker vorm van broederschap? Het gaat om een instinctieve saamhorigheid, met de groep waar je deel van uit maakt. Je voelt je verbonden met wat je herkent. Ons vermogen tot empathie valt dan samen met emotionele vereenzelviging. Leed dat mensen zomaar overkomt, en dus ons ook kan overkomen, trekken we ons persoonlijk aan. Wij en Zij doen er dan niet meer toe, het slachtoffer is een van ons. Hulpeloosheid maakt ons sentimenteel. Je bent geneigd een zwerver iets te geven, omdat hij zo'n kwetsbare hond naast zich heeft liggen. Maar hoe de zwerver daar op straat gekomen is, daar verdiep je je niet in. Hij heeft het zelf verknald. Zijn hond is weerloos.

Geluk is allesbepalend, maar het is verdomde lastig te erkennen dat veel in ons leven niet onze eigen verdienste is. Juist emotionele vereenzelviging met personen, of we empathie voor ze voelen, of juist afkeer, verhinderd ons kritisch naar de samenleving als geheel te kijken. Ook wordt het steeds gemakkelijker hele groepen mensen als abstracties te zien, als groepen die onze samenleving ondermijnen. De hele dag wordt er beslag gelegd op onze emoties. Maar leed en onrecht dat minder henkenbaar is, dat veroorzaakt wordt door conflicten ver van ons bed, of structurele ongelijkheid, doet ons steeds vaker onze schouders ophalen.

Hoe krijg je die betrokkenheid terug, wanneer media alles steeds persoonlijker maken? En vooral, wanneer tech-bedrijven en nieuwsorganisaties ons steeds verder uit elkaar drijven. Door ons doelbewust verslaafd te maken aan onze boosheid. Puur uit winstbejag. Ook bij mij wordt gemakkelijk de emotie knop ingedrukt. Door politiek, door marketing en sociale media. Mijn vermogen tot begrip en solidariteit, met mensen die ver van mij afstaan, wordt nauwelijks meer aangesproken. Daardoor wordt het steeds moeilijker emotioneel betrokken te raken bij wat veraf en vreemd is.

Maar het is ook hoogmoedig te denken dat empathie en broederschap kunnnen worden afgedwongen. Ze moeten steeds opnieuw bevochten worden. Dus hoe blazen we het ideaal van broederschap nieuw leven in? Op een manier die niet abstract of naief is? Maar mij raakt, in mijn hart?

Het verlangen naar rechtvaardigheid en broederschap kan wel degelijk sterke emoties oproepen. De tijd dat ik dacht dat we onzelf blijvend zouden gaan koesteren in een universele broederschap is allang voorbij. We kennen onzelf te goed. Maar juist die kennis kan ons helpen elkaar vooruit te helpen. Dus wat we nodig hebben is een bezield verhaal, een mythe. Met holle frases, zonder gevoel of emotie, kom je er niet.

Een nieuw narratief van verbondenheid vraagt emotionele betrokkenheid. We moeten het gevoel terugkrijgen dat we ook echt deel uitmaken van een samenleving. En ons verzetten tegen de politici en bedrijven die cynisch onze emoties blijven bespelen. Dat spelletje hebben we nu wel door. We moeten zelf aan de slag. Wat we ook nodig hebben is een publiek domein, waar zoveel mogelijk mensen gehoord worden. Dat is de basisvoorwaarde voor een meer begripvolle en solidaire samenleving.

Wat leerde ik tijdens mijn zoektoecht naar de oorzaak van mijn onbehagen? Dat we de idealen van de verlichting harder nodig hebben dan ooit, juist nu ze overal onder druk staan. Dat het waard is ervoor te vechten. Mensen willen gezien en erkend worden, meedoen. De grote wereld moet weer oog krijgen voor de kleine wereld. Maar de kleine wereld moet weer over zijn eigen grenzen heen durven kijken. Kan dat? Ja. Steeds beter weten we hoe een mens in elkaar steekt, waarom we zijn hoe we zijn. Nu gaat het erom die kennis te gebruiken om ons verder te helpen. Vrijheid, gelijkheid, broederschap. Willen we dat? Brengen we opnieuw die idealen van het hoofd naar het hart?

De keuze is aan ons.