Botsingen van Samenvloeiing

Is polarisatie een weg naar verzoening? door op in Politiek

Botsingen van samenvloeiing
Is polarisatie een weg naar verzoening?

MEXICO CITY - Net als de Verenigde Staten of Frankrijk of bijna elke andere democratie is Mexico tegenwoordig verstrikt in culturele en politieke polarisatie. Mensen die naast elkaar leven zien de wereld op de een of andere manier totaal anders. Te midden van de wervelende hartstochten die de verdeeldheid van samenlevingen zo versterken, is het moeilijk voor te stellen hoe de breuk van gemeenschappelijkheid ooit kan worden hersteld.

In het geval van Mexico omarmen de achterblijvers het persoonlijke bewind van een messianistische sterke man, president Andrés Manuel López Obrador, in de volksmond AMLO genoemd, die belooft de kwalen van armoede en uitsluiting te overwinnen. Anderen vrezen dat hij de integriteit van Mexico's prille instellingen, zoals een onafhankelijke rechterlijke macht en autonome verkiezingsautoriteiten, die de macht controleren en waken tegen de zelfmoord van republieken, op fatale wijze uitholt. Weer anderen zijn totaal onverschillig geworden omdat zij reeds het vertrouwen hebben verloren in de eerlijkheid en onpartijdigheid van de instellingen van zelfbestuur die hun enige zeggenschap zouden bieden om hun lot te bepalen.

Afgelopen weekend koos 90% van de kiezers die hun stem uitbrachten in een ongekend referendum over de "herroeping van het mandaat", dat op bizarre wijze door de president zelf was uitgeschreven en gepropageerd, nog midden in zijn ambtstermijn van zes jaar, ervoor om zijn bewind voort te zetten. Maar slechts 18% van de kiesgerechtigden kwam naar de stembus, waarmee AMLO paradoxaal genoeg zijn wantrouwen in het systeem bekrachtigde door middel van een stemming die AMLO technisch gezien won.

De intuïtie van de dichter
Terwijl ik nadacht over deze plaag van polarisatie die zich over het Westen verspreidde, kwam ik langs de modernistische hoogbouw uit de jaren 1950 langs de Paseo de la Reforma in het hart van Mexico-Stad, waar Octavio Paz, Nobelprijswinnaar voor de literatuur, ooit woonde. In het begin van de jaren negentig heb ik hem daar verschillende keren ontmoet. Ik herinner me een discussie over pluralisme die vandaag nog relevant lijkt.

Om in zijn appartement te komen, tegenover de Engel van de Onafhankelijkheid, moest je een paar trappen van afbrokkelend beton op. Je kwam binnen door een lage deur en werd verwelkomd door een beeld van de Hindoe-god Shiva in een nis, ging dan door de woonkamer bezaaid met kleurrijke Turkse kussens naar een buitenterras met een lange rustieke tafel en verder naar Paz's studeerkamer overvol met boeken van vloer tot plafond, waaronder originele gesigneerde delen van zijn vriend Albert Camus. In de late namiddag, wanneer de regenbuien betrouwbaar waren, schonk hij een whisky in voor ons beiden en liet hij de wijsheid stromen die uit de intuïtie van de dichter te voorschijn kwam. 

Om een lang en genuanceerd gesprek kort te maken, Paz betoogde met zijn gebruikelijke erudiete reikwijdte dat de kritische geest van de universele rede - het kenmerk van het modernisme - het geloof in een unitaire waarheid had ondermijnd en had geleid tot de aanvaarding van meervoudige waarheden en andere manieren van kijken, waarbij hij de mogelijkheid erkende en openstelde om uiteenlopende invloeden in de westerse cultuur te assimileren. 

Het andere ordenende principe van het modernisme was het idee van "Vooruitgang", de zoektocht naar iets anders of beters in de komende tijden, wat altijd betekende dat er gebroken moest worden met de continuïteit van tradities uit het verleden die het leven van samenlevingen nauw verankerden in een gemeenschappelijk verhaal. 

Maar naarmate het modernisme rijper werd, werden zijn illusies manifest. De zware sporen van het verleden bleven een onmogelijke roep om terugkeer oproepen, terwijl het geloof in de utopische schema's van de vooruitgang, zoals de verlossing op deze aarde door het marxisme van Paz's jeugd of Francis Fukuyama's "einde van de geschiedenis" in de liberale democratie, aan diggelen viel. 

Voor Paz "regeert de temporele opeenvolging niet langer onze verbeelding, die zich heeft teruggetrokken van de toekomst naar het heden." De geschiedenis met een hoofdletter "H" als een onverbiddelijk lineair pad voorwaarts had zijn eigen klok afgebroken, zelfs als het verlaten verleden nooit meer kon worden hersteld. "In plaats daarvan," zo zag Paz, "leven we in de samenloop van tijden en ruimten, van synchroniciteit en samenvloeiing" waar de expansieve diversiteit van tradities en onderweg geabsorbeerde waarheden elkaar ontmoeten.

Voor zover Paz's lezing van de evolutie van de moderne wereld juist is, vooral nu in het kielzog van de globalisering die meervoudige aanwezigheden van veraf onder ogen heeft gebracht, is het niet verwonderlijk dat de samenlevingen vandaag zo verscheurd zijn. Alle botsingen van samenvloeiing zijn in het heden gepropt zonder een verleden om aan vast te houden of een toekomst om in te geloven. 

Breuk en convergentie
Dit onbestemde heden is waar we nu allemaal vertoeven, hangend in een soort vagevuur tussen het niet langer en het nog niet. Zijn we veroordeeld om voor altijd te blijven hangen in een toestand van eindeloos conflict of van lamme berusting in een relativisme waarin alle waarden waaraan we worden blootgesteld als gelijkwaardig moeten worden beschouwd, vroeg Paz zich af? 

Net zoals hij geloofde dat het de kernimpuls van poëzie is om het bijzondere en het universele met elkaar te verzoenen, zo zei de Mexicaanse dichter: "We moeten de verbindende draad ontdekken temidden van onze buitengewone diversiteit" en ons tegelijkertijd "verzetten tegen het moderne relativisme en de deconstructie tot niets en morele onverschilligheid." Zoals Paz het uitdrukte, "de rede moet onze gids zijn in dit verzet. Niet de absolute, totaliserende rede van Plato, maar de beperkte rede van Immanuel Kant, de rede die in staat is zichzelf te bekritiseren".

Wat Paz bedoelde met "absolute, totaliserende rede" is het vasthouden aan aanspraken op de zuiverheid van identiteit en verharde opvattingen van de werkelijkheid die het universele in het bijzondere opsluiten. Hij begreep dat de moderniteit een bijgelovig geloof in verandering in stand houdt dat niet meer een onverdeeld goed is dan een geromantiseerde traditionele orde. Alles wat we weten is dat het streven naar zuivere staten van zijn - of het nu gaat om ideale verledens, utopische toekomsten, superieure rassen of ware religies - uiteindelijk totalitair is en in strijd met de uiteenlopende aanleg van de menselijke natuur. Voor Paz distantieert de zelfkritische rede individuen en stammen van hun identiteitssilo's en geloofsbellen, waardoor zij zichzelf in anderen kunnen herkennen. Op deze manier herovert de persoon "zijn oorspronkelijke wezen, voorafgaand aan zijn val of duik in de wereld, voorafgaand aan de splitsing tussen hemzelf en de ander, waardoor het masker van verschil wordt onthuld". 

Wat Paz "breuk en convergentie" noemde, is een hoopvolle culturele dialectiek waarin gepolariseerde botsingen een doorgang zijn waardoor de scherpe kanten van de tegenstellingen die diversiteit vormen, worden geslepen door de gedempte juxtapositie van verschil, waardoor het verzachte bindweefsel van een gemeenschappelijke menselijke conditie wordt onthuld. 

Deze filosofische, zelfs mystieke herkauwingen lijken misschien ver verwijderd van een nuttig praktisch antwoord op de antinomieën en vijandigheden die onze samenlevingen vandaag de dag teisteren. Maar het inzicht van de dichter in hoe diversiteit kan worden verzoend in het controversiële heden biedt een visie om aan vast te houden wanneer noch het verleden noch de toekomst nog een alternatief bieden.

Vrij naar Nathan Gardels, hoofdredacteur Noema